WETSVOORSTEL LEIDT TOT AFBROKKELEN GEHEIMHOUDINGSPLICHT EN MEER WERK VOOR ADVOCAAT EN NOTARIS

  • Geplaatst op: 27 oktober 2022
  • Laatst aangepast op: 27 oktober 2022

Wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen: de consequenties voor advocaten en notarissen. Een verdere inbreuk op de vertrouwensrelatie en de geheimhouding.

Delen:

Share on linkedin Share on twitter Share on facebook Share on whatsapp Share on email

foto: Depositphotos

Op 22 oktober jl. diende de minister van Financiën het wetsvoorstel Plan van Aanpak Witwassen in. De Wwft wordt daarmee gewijzigd en aangevuld. Het wetsvoorstel kent vier pijlers: (1) een verbod voor contante transacties vanaf € 3000 voor handelaren in goederen, (2) verplichte gegevensdeling tussen instellingen van dezelfde categorie, (3) gezamenlijke monitoring van transacties door banken en (4) verduidelijking van het gebruik van persoonsgegevens. 

Wij gaan in op de relevantie van dit wetsvoorstel voor de geheimhouders in de groep van Wwft-instellingen, de advocaten en de notarissen.
In de 49 pagina’s tellende memorie van toelichting wordt wel de vraag gesteld waarom aanvullende regels nodig zijn, maar de antwoorden blijven vaag en algemeen; meer data verzamelen en delen is effectiever om witwassen tegen te gaan. Pilots bij banken zouden positieve uitkomsten hebben laten zien. Cijfers ontbreken. Evenmin zien wij verwijzingen naar een buitenland waar dit soort maatregelen aantoonbaar effectief zouden zijn gebleken. Het belang van de aanpak van witwassen rechtvaardigt kennelijk verregaande inbreuk op de privacy van burgers en bedrijven en extra werkzaamheden waar geen enkele vorm van compensatie tegenover staat. 

Voor advocaten en notarissen verandert het volgende:
Gevaar voor ‘shopgedrag’. Een probleem zou zijn dat de cliënt die door een instelling is geweigerd, of aan wie de dienstverlening is gestaakt, kan proberen om de dienst onder te brengen bij een andere instelling. Daarom moet (i) bij verhoogd risico van de zakelijke relatie/transactie, (ii) bij de toepasselijkheid van factoren als bedoeld in bijlage III van de vierde anti-witwasrichtlijn en (iii) bij verscherpt cliëntenonderzoek de dienstverlener onderzoeken of de cliënt bij een andere dienstverlener dienstverlening heeft afgenomen of afneemt.
Het gaat om dienstverleners in dezelfde categorie. Advocaten moeten dus onderzoeken of de cliënt bij een andere advocaat diensten afneemt, niet ook of hij diensten afneemt bij bijvoorbeeld een notaris of accountant. Als daarvan is gebleken, dan moet de collega gevraagd worden naar gebleken risico’s op witwassen en financiering van terrorisme. De geheimhoudingsverplichting wordt hiervoor opzijgezet. De advocaat respectievelijk de notaris moet met derden spreken over de bijzonderheden van zijn cliënt.
De collega is verplicht de gevraagde informatie onverwijld te verstrekken. De collega deelt alleen gebleken WW/FT-risico’s die aanleiding hebben gevormd voor een maatregel, zoals het weigeren of staken van de dienstverlening. Een melding van een ongebruikelijke transactie mag niet worden gedeeld met de vragende collega (tipping-off verbod).
Als de collega eerder dienstverlening heeft geweigerd, kan de verzoekende instelling toch diensten verlenen als de risico’s voldoende gemitigeerd zijn, bijvoorbeeld als de eerdere weigering van lang geleden is.
Hoe moet de dienstverlener concreet te werk gaan? De onderzoeksplicht naar eerdere dienstverlening betreft een inspanningsverplichting (‘redelijke maatregelen’). Binnen het redelijke valt de plicht om aan de cliënt te vragen bij welke instellingen momenteel en in het verleden soortgelijke diensten zijn afgenomen, alsmede het raadplegen van openbare bronnen. De inspanningsverplichting gaat terug tot dienstverlening die vijf jaar geleden is beëindigd.
De onderzoeksplicht geldt niet alleen in het geval er cliëntenonderzoek wordt gedaan voordat de zakelijke relatie is begonnen of een transactie wordt uitgevoerd, maar ook bij reeds bestaande cliënten. Ook in het kader van de monitoringsverplichting kan aanleiding bestaan om onderzoek te verrichten, bijvoorbeeld als er aanleiding bestaat dat de cliënt betrokken is bij witwassen en financiering van terrorisme.
Natuurlijk is niet-nakoming van deze verplichtingen weer een economisch delict, zoals dat ook het geval is voor andere overtredingen van de Wwft. 

Het voert te ver om hier op de zeer uitgebreide toelichting over de verwerking van persoonsgegevens in te gaan, verwezen zij naar de memorie van toelichting. De memorie van toelichting wringt zich in allerlei bochten om uit te leggen dat de nieuwe wetgeving toch wel AVG-proof is. 

Ziezo, daar gaat weer een stukje wettelijke geheimhouding, een belangrijke waarde in onze rechtsstaat en daarmee een verdere inbreuk op de vertrouwensrelatie tussen een advocaat/notaris en de cliënt. Nu ook zonder dat er van een ongebruikelijke transactie sprake is. Slechts een verhoogd risico rechtvaardigt doorbreking van de geheimhouding. Zo makkelijk gaat dat.
En weer extra werk: advocaten en notarissen die Wwft-diensten verlenen zullen aanpassingen moeten doorvoeren in hun risicobeleid. Daarnaast zullen formulieren, protocollen en werkwijzen moeten worden aangepast. Zo zullen naast UBO- en PEP-formulieren nadere vragen moeten worden gesteld over eerdere en soortgelijke dienstverlening bij andere advocaten respectievelijk notarissen.

Related Posts

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.