13 april 2021 DOOR JORIS RIETBROEK
April en mei zijn traditioneel de maanden met de meeste feestdagen. Veel van deze feestdagen zijn nationaal erkende feestdagen en dit suggereert (ten onrechte) dat de werkgever haar werknemers verlof moet geven en het loon moet doorbetalen. Hoe zit het juridisch ook alweer?
Wettelijk kader
Nergens in de wet staat dat de werkgever haar werknemers een vrije dag moet geven op officiële feestdagen. Er is dus geen wettelijk recht op een vrije dag op officiële feestdagen. Of een werknemer vrij is, hangt af van wat in de arbeidsovereenkomst of toepasselijke cao is overeengekomen. In de meeste cao’s is overeengekomen dat de werknemer inderdaad een vrije dag heeft op een officiële feestdag en welke feestdagen dat zullen zijn. Een officiële feestdag die is aangemerkt als een vrije dag wordt niet in mindering gebracht op het aantal vakantiedagen van de werknemer.
In bepaalde sectoren (zoals zorg) is het noodzakelijk door te werken op de officiële feestdagen en zijn de werknemers niet vrijgesteld van werk. Vaak is in een cao dan opgenomen dat de werknemer recht heeft op een compensatie(toeslag) als hij moet werken op een officiële feestdag.
Parttime-dienstverband
De werknemers met een parttime-dienstverband kunnen meer of minder profijt hebben van een officiële feestdag dan de werknemers met een fulltime-dienstverband, afhankelijk van de dag waarop de officiële feestdag valt. Als de officiële feestdag op de vrije dag van de parttimer valt, dan geniet hij geen voordeel van de officiële feestdag, terwijl een fulltimer wel voordeel geniet. Als de officiële feestdag tegelijkertijd valt met een dag waarop de parttimer moet werken, geniet hij juist meer voordeel van de officiële feestdag dan een fulltimer.
De Commissie Gelijke Behandeling heeft in 2011 geoordeeld dat dit onderscheid tussen parttimers en fulltimers een verboden onderscheid naar arbeidsduur oplevert. De werkgever moet waarborgen dat iedere werknemer, parttimer of fulltimer, een naar verhouding gelijk aantal uren vrij heeft. Als de werknemer naar verhouding minder voordeel heeft van vrije nationale feestdagen, dient de werkgever hem hiervoor te compenseren.
Oproep-/uitzendkrachten
Voor oproepkrachten geldt dat de werkgever niet wettelijk verplicht is om deze werknemers op te roepen op de dagen dat haar onderneming in verband met een officiële feestdag gesloten is. De oproepkracht heeft dan ook geen recht op loondoorbetaling op een officiële feestdag.
Voor uitzendkrachten geldt dat de NBBU-cao en ABU-cao heeft bepaald dat wanneer duidelijk is dat de officiële feestdag op een dag valt waarop gebruikelijk gewerkt wordt, omdat de werkdagen vastgelegd zijn in de uitzendovereenkomst of de terbeschikkingstelling, moet de feestdag worden uitbetaald.
Indien dit niet duidelijk is, dan geldt dat als de uitzendkracht in de periode van dertien weken direct voorafgaande aan de officiële feestdag minimaal zeven keer op de betreffende dag heeft gewerkt, hij recht heeft loondoorbetaling. Indien de uitzendkracht nog geen dertien weken heeft gewerkt, dan wordt er gekeken naar het aantal gewerkte weken voorafgaand aan de feestdag en indien er meer dan de helft van het aantal weken op de betreffende dag is gewerkt, dan heeft de uitzendkracht recht op loondoorbetaling.
Verplichte vrije dagen
In beginsel kan de werkgever niet bepalen of en wanneer de werknemer verlof moet opnemen (art. 7:638 BW). Wel kan de werkgever bepaalde dagen aanwijzen als verplichte vrije dag (denk hierbij aan de dag na Hemelvaart), mits dit is overeengekomen in de arbeidsovereenkomst of cao (lid 2). Er zit geen wettelijk maximum aan het aantal verplichte vrije dagen dat de werkgever kan aanwijzen. Een verplichte vrije dag wordt van het aantal vakantiedagen van de werknemer afgetrokken.