Onlangs bereikten het Europees Parlement (EP) en de ministers van de EU-landen een akkoord over de aanpassing van het auteursrecht in het digitale tijdperk. Nederland was, samen met Luxemburg, Polen, Italië en Finland, eigenlijk geen voorstander van de richtlijn. Zij vinden dat er veel juridische onduidelijkheden zijn, waardoor de rechten van Europeanen in het gedrang kunnen komen. Het vorenstaande geeft mij aanleiding mij eveneens zorgen te maken over de ontwikkelingen rond de vrijheid van meningsuiting in de huidige tijd. Niemand zal de auteur zijn rechten op een vergoeding voor zijn geestelijke arbeid misgunnen. Het wordt echter een schending van grondrechten als deze bescherming zo ver gaat dat het recht op vrijheid van meningsuiting wordt aangetast. Er lijkt sprake van een tendens om de vrijheid van meningsuiting te onderdrukken. In het onderhavige geval lijkt het auteursrecht. Merkwaardig is dat de christendemocraten (fractie van het CDA) en liberalen (fractie met VVD en D66) deze bedenkingen kennelijk niet hebben en zonder bedenkingen met het voorstel instemmen. Het lijkt zaak om de ontwikkelingen op de voet te volgen en niet te aarzelen om bij geval van twijfel een beroep te doen op je grondrechten.