De Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (Wet Bibob) biedt overheden de mogelijkheid om bedrijven waaraan een vergunning wordt verleend of een subsidie wordt toegekend, aan een integriteitsonderzoek te onderwerpen. Dat kan bijvoorbeeld wanneer er ernstig gevaar dreigt dat een vergunning door criminelen wordt misbruikt voor criminele activiteiten. Het is niet de bedoeling dat de overheid die faciliteert. Een dergelijke integriteitstoets wordt uitgevoerd door Bureau Bibob, onderdeel van de Dienst Justitie van het ministerie van Justitie en Veiligheid. De overheid wil de werking van de wet en de mogelijkheden uitbreiden. Dit kan ernstige consequenties hebben voor de privacy en de levenssfeer van personen. Er dient dan ook met de grootst mogelijke terughoudendheid naar dergelijke overheidsonderzoeken en hun gevolgen te worden gekeken. Je moet niet denken aan de gevolgen van mogelijke willekeur.
Het verschilt per onderwerp wanneer de overheid momenteel zo’n onderzoek mag aanvragen. Grofweg zijn er vijf categorieën: recreatie, milieu, transport, bouw en ‘divers’. Daarbinnen zijn meerdere onderwerpen geselecteerd. Zo kunnen gemeenten bij alle horecavergunningen een onderzoek laten uitvoeren, net als bij bouwvergunningen. Zo’n onderzoek mag ook in de seks branche en bij coffeeshops en gokhallen, maar dan alleen als de gemeente daarover iets heeft gemeld in de algemene plaatselijke verordening. Bij vergunningen in het omgevingsrecht kan een Bibob-onderzoek worden ingesteld, maar alleen onder voorwaarden.
Het bureau zelf adviseert alleen over de mogelijkheid dat een vergunning of subsidie wordt misbruikt en in welke mate dat gebeurt. Dat kan leiden tot één van drie conclusies: er is een ernstige mate van gevaar, een mindere mate van gevaar of er is geen gevaar. Het is vervolgens aan de overheidsorganisatie om een besluit te nemen. Bij de zwaarste conclusie kan een vergunning worden geweigerd, bij de tweede conclusie kunnen er voorwaarden worden gesteld aan de vergunning.
Bureau Bibob voerde in 2018 283 onderzoeken uit. Verreweg de meeste aanvragen daarvan betroffen de horeca: 153. Daarnaast deed het bureau 52 onderzoeken naar ondernemers in de bouwsector en naar 28 milieubedrijven en vijftien bordelen. In 149 gevallen werd er geconcludeerd dat er een ernstige mate van gevaar was.
Overheden mogen binnenkort in meer gevallen controleren of bedrijven en ondernemers met wie ze zaken doen, integer zijn. Het kabinet wil hiervoor de Wet Bibob wijzigen.
De Wet Bibob uit 2003 biedt gemeenten en andere overheidsorganisaties de mogelijkheid om integriteitsonderzoeken uit te voeren naar ondernemers die bijvoorbeeld een horecavergunning aanvragen. Minister Grapperhaus van Justitie en Veiligheid wil de wet uitbreiden om het daarmee criminelen moeilijker te maken. Het wetsvoorstel, dat nu bij de Tweede Kamer in behandeling is, maakt deel uit van een pakket aan maatregelen om ondermijnende criminaliteit tegen te gaan.
Grapperhaus wil de wet op meerdere punten uitbreiden. Zo wordt het voor overheden ook mogelijk om een integriteitsonderzoek uit te voeren naar personen of bedrijven aan wie grond in erfpacht wordt overgedragen. De gemeente moet nu al toestemming geven voor de overdracht van grond die zij in erfpacht heeft uitgegeven, maar kan daarbij nog geen integriteitsonderzoek uitvoeren. Met de wijziging kan dat wel. Het nieuwe artikel moet gemeenten meer mogelijkheden geven om te voorkomen dat erfpachtgrond in criminele handen komt.
Ook bij aanbestedingen wordt de wet uitgebreid. Nu nog kan er alleen een integriteitsonderzoek worden gestart bij overheidsopdrachten in de bouw, het milieu en in de ICT, straks kan dat bij alle opdrachten.
De drie sectoren waar nu al een Bibob-onderzoek mag worden uitgevoerd, vertoonden bij de start van komst van de wet ‘bepaalde kenmerken die wijzen op kwetsbaarheid voor criminaliteit’, schreef Grapperhaus in de toelichting op het wetsvoorstel. Maar inmiddels blijkt dat ook andere sectoren gevoelig zijn voor criminele invloeden. Het gaat bijvoorbeeld om autoverhuurbedrijven, maar ook de horeca, de detailhandel en in mindere mate om banken en andere financiële instellingen, het vastgoed en de juridische sector.
Met de voorgestelde wijziging krijgen overheidsinstanties ook meer mogelijkheden om zelf onderzoek te doen naar zakenrelaties, in plaats van dat te laten doen door het Landelijk Bureau Bibob. In de wet is bepaald welke informatiebronnen gebruikt mogen worden voor dit eigen onderzoek. Die lijst wordt uitgebreid met de mogelijkheid om strafrechtelijke gegevens en politiegegevens in te zien en op zoek te gaan naar informatie in het Handelsregister. Het is niet moeilijk voorstelbaar wat dergelijke onderzoeken voor individuele burgers in hun zaken met de overheid kunnen betekenen
Nieuw is ook dat overheden bij dat eigen onderzoek niet alleen de betrokkene zelf onder de loep kunnen nemen, maar ook de mensen om hem heen. Daarmee wil Grapperhaus voorkomen dat criminelen stromannen inzetten. Zo kunnen geldschieters en aandeelhouders ook onderzocht worden.
Gemeenten hebben de aanpak van ondermijnende criminaliteit hoog op de agenda staan, schreef de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) vorig jaar zomer in een reactie op het wetsvoorstel. De Wet Bibob is hiervoor een ‘belangrijk instrument’. ‘Bij de toepassing komen gemeenten diverse uitdagingen tegen, die er soms voor zorgen dat zij minder slagvaardig kunnen optreden dan zij zouden willen’, aldus de VNG. De gemeenten deden in een eerste reactie nog wel suggesties, waarvan minister Grapperhaus van Justitie er enkele heeft overgenomen. Zo mogen gemeenten ook politiegegevens betrekken in hun onderzoek.
Het College van procureurs-generaal van het Openbaar Ministerie (OM) ‘heeft met belangstelling en instemming kennis genomen van het wetsvoorstel’.
‘De Wet Bibob kan diep ingrijpen in de rechtspositie van burgers’, schrijft de Raad van State in zijn advies over het wetsvoorstel. Toen de wet tot stand kwam, is er benadrukt dat er daarom een balans moet zijn tussen de inbreuk op de persoonlijke levenssfeer en de bescherming van het openbaar belang. Een uitbreiding van de wet moet daarom goed gemotiveerd worden, en die motivatie mist de raad op een aantal punten in het wetsvoorstel.