De Tweede Kamer is bezorgd dat de maatregelen die minister Koolmees neemt met de Wet arbeidsmarkt in balans (Wab), zullen leiden tot een verdere toename van het aantal zzp’ers. Dat blijkt uit de schriftelijke vragen die de Kamer woensdag naar de bewindsman stuurde.
Koolmees neemt met de Wab een aantal maatregelen waardoor ontslag eenvoudiger wordt, maar waarmee tegelijkertijd het gebruik van flexibele arbeidskrachten wordt ontmoedigd. De maatregelen moeten op 1 januari 2020 in werking treden.
Van links tot rechts wijst de Kamer erop dat andere wetgeving voor de arbeidsmarkt dan nog niet in werking is getreden. Koolmees werkt nog aan maatregelen om de periode voor loondoorbetaling bij ziekte – nu twee jaar – voor kleine bedrijven te verkorten naar één jaar. Ook werkt hij aan een oplossing voor de problematiek rond zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Vorige maand liet de bewindsman weten dat die laatste maatregel pas in 2021 in kan gaan, omdat hij is gestuit op juridische hobbels vanuit Europa. Die moeten eerst weggenomen worden.
Zolang het kabinet niet alle maatregelen voor de arbeidsmarkt in één keer doorvoert, bestaat het risico op een ‘waterbedeffect,’ oordeelde de Raad van State in het advies over de Wab. Verschillende fracties, zowel van de coalitie als van de oppositie, volgen die redenering nu. Omdat Koolmees met de Wab flexibele arbeidscontracten duurder maakt, maar nog niet met maatregelen is gekomen ook zzp’ers duurder te maken, bijvoorbeeld door de invoering van een minimumtarief, zullen werkgevers in toenemende mate hun heil zoeken bij zelfstandigen, zo vrezen de partijen. Ze willen van de minister weten hoe hij dit gaat voorkomen.
Proeftijd
Zorgen zijn er ook over individuele maatregelen uit het wetsvoorstel. Zo heeft de Kamer felle kritiek op het voornemen om de proeftijd bij vaste contracten te verlengen naar vijf maanden. Die lange periode lokt misbruik uit, zeiden experts vorige week nog tijdens een gesprek in de Tweede Kamer. Zo kunnen werknemers gedurende hun proeftijd makkelijk ontslagen worden, waardoor het voor werkgevers aantrekkelijk kan worden om op deze manier mensen tijdelijk in te huren. ‘Zorgt deze verlenging niet voor een verkapt flexcontract van bijvoorbeeld vijf maanden min een dag?,’ vraagt bijvoorbeeld de VVD.
GroenLinks verzoekt Koolmees onomwonden dit onderdeel uit het wetsvoorstel te halen. De partij heeft daarvoor al een amendement ingediend. Ook andere partijen hebben geen goed woord over voor dit plan. ‘Onbegrijpelijk,’ aldus de PvdA. ‘Hele ondoordachte maatregelen,’ zegt de SP.
Cumulatiegrond
Een andere in het oog springende maatregel is de cumulatiegrond. Die moet het mogelijk maken om verschillende ontslagredenen – zoals disfunctioneren of een verstoorde arbeidsrelatie – op te tellen tot één voldragen ontslaggrond. Als deze nieuwe ontslaggrond wordt gebruikt, mag de kantonrechter straks een transitievergoeding toekennen die tot 50 procent hoger ligt dan normaliter gebruikt kan worden.
De Kamer lijkt deze maatregel te steunen, maar heeft nog wel vragen. Zo wil het parlement van Koolmees weten of het toekennen van die hogere vergoeding betekent dat de cumulatiegrond een ‘minder deugdelijke grond’ is, zoals GroenLinks het verwoordt. Ook zou de extra vergoeding de onderhandelingspositie van werknemers kunnen verslechteren, en bestaat de vrees dat het nieuwe ontslaggrond als standaardgrond gebruikt zal worden.
Antwoorden
Het is nu aan Koolmees om deze en talloze andere vragen uit het 55 pagina’s tellende document te beantwoorden. Zodra de bewindsman dat gedaan heeft, zal de Kamer in debat gaan over het wetsvoorstel.